Geen vertrouwen te ontlenen aan niet-gepubliceerd beleid
Belanghebbende heeft bij het hof gesteld dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak moet worden verlaagd, omdat de gemeente Rotterdam het beleid hanteert dat indien een rapport van een funderingsonderzoek wordt overgelegd waaruit blijkt dat de fundering moet worden hersteld, een korting op de WOZ-waarde wordt gegeven ter grootte van de kosten van het herstel. Dat standpunt baseert belanghebbende op de inhoud van een brief van de wethouder aan de Raadscommissie voor Fysieke Infrastructuur, Buitenruimte en Sport. Het hof heeft het beroep van belanghebbende op deze brief uitgelegd als een beroep op het vertrouwensbeginsel en geoordeeld dat ervan dient te worden uitgegaan dat er niet-gepubliceerd begunstigend beleid van B&W is waaraan belanghebbende het in rechte te honoreren vertrouwen heeft mogen ontlenen dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak zou worden verlaagd (nieuwsservice 2016, week 35). Het middel betoogt dat het hof heeft miskend dat geen vertrouwen kan worden ontleend aan niet gepubliceerd beleid.
De Hoge Raad overweegt dat bij beleid dat niet met medewerking of goedvinden van het bestuursorgaan is gepubliceerd, geldt dat aan het vertrouwensbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur als regel geen rol toekomt (vgl. HR 12 april 1978, BNB 1978/135). Dit lijdt uitzondering indien het beleid is bestemd om ook buiten het bestuursorgaan bekendheid te verkrijgen (zie HR 4 mei 1983, BNB 1983/216). Omtrent dit laatste heeft het hof echter niets vastgesteld. De honorering door het hof van belanghebbendes beroep op het vertrouwensbeginsel is daarom gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting dan wel onvoldoende gemotiveerd. Verwijzing moet volgen. Als het verwijzingshof tot de slotsom komt dat er geen beleid is dat is bestemd om ook buiten het bestuursorgaan bekendheid te verkrijgen, zal dat hof ook moeten beoordelen of de heffingsambtenaar door dat beleid niet toe te passen jegens belanghebbende heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Belanghebbendes betoog kan niet anders worden begrepen dan dat hij daarmee een beroep doet op het vertrouwensbeginsel en ook op het gelijkheidsbeginsel.
DATUM:
07 juli 2017
ECLI:
ECLI:NL:HR:2017:1239
ZAAKNUMMER:
16/04453
INSTANTIE:
Hoge Raad